Hoe moet de uitvoer in het kader van BTW-heffing bewezen worden?

Een ondernemer kan pas het nultarief toepassen als hij kan bewijzen dat de goederen ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Hiervoor kunnen kopiefacturen op naam van de buitenlandse afnemers en betalingsbewijzen worden gebruikt. Hiernaast moet hij aantonen dat hij de goederen bij de Douane heeft aangegeven. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld een door de Douane voor uitvoer getekende kopiefactuur of een douanedocument dienen. Het is verder verstandig ondermeer de volgende documenten te bewaren:
  • Kopieën van vrachtbrieven, ondertekend voor ontvangst door de afnemer;
  • Facturen van het transportbedrijf;
  • Invoerbewijzen in het land van bestemming;
  • Correspondentie met buitenlandse afnemers (opdracht tot uitvoer, etc.);
  • Bewijzen van transportverzekering, etc.
Een ondernemer die het toepassen van het nultarief bij uitvoer onvoldoende met documenten kan onderbouwen loopt het risico van naheffing. De inspecteur kan zich dan op het standpunt stellen dat de goederen Nederland niet hebben verlaten, zodat het normale tarief moet worden toegepast. De naheffingsaanslag bedraagt in dat geval 19/119e of 6/106e deel van de verkoopprijs van de uitgevoerde goederen, eventueel verhoogd met boeten en belastingrente.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.