Is de verkoper altijd gehouden aan de voorlopige koopovereenkomst?

De nieuwe wet (BW 7:2) eist voor de totstandkoming van een koopovereenkomst van onroerend goed dat deze schriftelijk wordt vastgelegd. De koper kan dus onder een mondelinge overeenkomst uit.
Wat nu als er al mondelinge overeenstemming over de koop is, maar nog niet schriftelijk is vastgelegd en er door een derde een hoger bod wordt uitgebracht? Is de verkoper nu vrij om te verkopen aan de hogere bieder? Desgevraagd stelde de minister dat het ontbreken van de schriftelijke koopakte niet met zich meebrengt dat de verkoper zich zomaar mag terugtrekken. De verkoper is in principe verplicht medewerking te verlenen aan het opmaken van de koopakte. Doet deze dit niet en verkoopt hij aan een hogere bieder, dan handelt de verkoper onbehoorlijk ten opzichte van de (eerste) koper. De koper kan dan naar de rechter stappen en eisen dat de verkoper de koopakte alsnog ondertekent. Mocht de verkoper dit weigeren dan kan de rechter de koopakte vervangen door een rechterlijke uitspraak. Ondanks het ontbreken van een schriftelijke koopakte staat de koper dus toch sterk.
Over deze wetsinterpretatie bestaat veel verwarring. Sinds 2003 hebben meerdere rechters in soortgelijke kwesties wisselende uitspraken gedaan. Sommige juristen menen dat de Hoge Raad hier het verlossende woord moet geven.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 218 vragen en antwoorden over Hypotheken.