Wat houdt het lage-inkomensvoordeel (LIV) in?

De loonkostensubsidie LIV is onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) Met deze wet wordt het stelsel van premiekortingen en premievrijstellingen vervangen die werkgevers ontvangen als zij oudere, jongere of arbeidsgehandicapte personen 'met afstand tot de arbeidsmarkt' in dienst nemen. Als een organisatie een werknemer van 23 jaar of ouder in dienst neemt die het wettelijk minimumloon of net iets meer verdient, ontvangt de werkgever voor hem het lage-inkomensvoordeel(LIV) voor werknemers die tussen de 100% en 125% van het wettelijk minimumloon verdienen. Dit voordeel kan oplopen tot € 2.000 per werknemer per jaar op basis van een 38-urige werkweek.
Binnen deze groep is een splitsing gemaakt: voor werknemers die tussen de 100% en 110% van het minimumloon verdienen ontvangt de werkgever maximaal € 2.000 per (fulltime) werknemer per jaar. Voor werknemers die tussen de 110% en de 125% van het minimumloon verdienen, ontvangt de werkgever een loonkostenvoordeel van maximaal € 1.000 per werknemer per jaar. De exacte omvang is dus afhankelijk van het aantal gewerkte uren in een kalenderjaar.
Aan het LIV zijn twee aanvullende voorwaarden verbonden:
  • De werknemer moet minimaal 1.248 verloonde uren hebben in het jaar waarin de werkgever het LIV wil ontvangen;
  • De werknemer mag nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hebben.
De LIV hoeft niet aangevraagd te worden. UWV beoordeelt op basis van de loonaangifte welke medewerkers in aanmerking komen. De Belastingdienst betaalt de tegemoetkoming uit. De hoogte van LIV is afhankelijk van het aantal verloonde uren en het uurloon van de werknemer. Het is van belang dat het loon en de verloonde uren goed geregistreerd worden in de loonaangifte.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 255 vragen en antwoorden over Loonheffingen.