Hoe is de belastingrente Vpb te voorkomen?

Bv's die te laat zijn met hun aangifte voor de vennootschapsbelasting (Vpb) kunnen geconfronteerd worden met belastingrente over het bedrag dat een bv aan Vpb moet betalen. Die rekening valt te voorkomen door vóór 1 mei om een voorlopige aanslag te vragen bij de Belastingdienst.
De hoofdregel is: als het boekjaar van een bv gelijk loopt met het kalenderjaar, moet de aangifte Vpb vóór 1 juni binnen zijn bij de Belastingdienst. Maar voor de berekening van belastingrente komen er andere data om de hoek kijken:
  • 1 april: Doet een bv vóór 1 april aangifte Vpb en neemt de fiscus die gegevens ongewijzigd over, dan hoeft de bv geen belastingrente te betalen;
  • 1 mei: Deadline voor het aanvragen van een voorlopige aanslag Vpb. Als de Belastingdienst de aanslag oplegt conform de gegevens in de voorlopige aanslag, betaalt de bv ook geen belastingrente.
  • 1 juli: Als de fiscus de aanslag oplegt na 1 juli moet de bv rente betalen. De periode loopt van 1 juli tot zes weken na de dagtekening op de aanslag. Stel dat een bv een aanslag krijgt met dagtekening 2 augustus, dan moet de bv belastingrente betalen over de periode tussen 1 juli en 13 september (zes weken na 2 augustus).
Ondernemingen die over het voorgaande boekjaar Vpb hebben moeten betalen ontvangen in het begin van het nieuwe jaar al een voorlopige aanslag van de Belastingdienst. Als een bv in een jaar een veel beter resultaat heeft behaald dan het jaar daarvoor kan het aanvragen van een nadere voorlopige aanslag veel financiele problemen voorkomen. En dat geldt ook als een bv geen voorlopige aanslag heeft ontvangen (vóór 1 mei aanvragen).
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 283 vragen en antwoorden over Vennootschapsbelasting.