Wat houdt fase C van het fasensysteem voor uitzenden in (ABU-cao)?

Fase C gaat in als de uitzendovereenkomst na voltooiing van fase B wordt voortgezet of als binnen dertien weken na voltooiing van fase B een nieuwe uitzendovereenkomst met dezelfde uitzendonderneming wordt aangegaan. In fase B moet de uitzendwerkgever de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aanbieden. In deze fase gaat de uitzendkracht met het uitzendbureau een arbeidsovereenkomst aan. Wanneer de uitzendkracht na een rechtsgeldende beëindiging van de detacheringsovereenkomst in fase C binnen 6 maanden weer voor hetzelfde uitzendbureau gaat werken, dan val de uitzendkracht terug naar het begin van fase B. Bij een onderbreking van 6 maanden (26 weken) of meer is er een terugval naar Fase A.
In fase C is de uitzendkracht werkzaam op basis van een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Het uitzendbeding kan niet meer worden opgenomen. Wanneer de inlener de opdracht beëindigt blijft de overeenkomst met het uitzendbureau bestaan en moet deze een gedeelte van het loon doorbetalen. Ook moet de uitzendonderneming passende vervangende arbeid zoeken na het wegvallen van de laatste opdracht. Net als in fase B is er sprake van passende arbeid als het om een functie gaat die niet meer dan twee functiegroepen lager ligt dan de laatste functie die is uitgevoerd (of dan de eerste functie die is verricht in het lopende contract als die hoger is). Het aantal uren dat wordt gewerkt in die nieuwe opdracht (per week, maand of periode) moet gelijk zijn aan het aantal overeengekomen arbeidsuren dat in het contract. De uitzendkracht moet overigens wel voor deze arbeidsuren beschikbaar blijven voor arbeid. Als de uitzendonderneming passend werk heeft gevonden heeft, maar de uitzendkracht weigert dit, dan vervalt het recht op vervangend werk en het recht op loondoorbetaling.
Een overeenkomst voor onbepaalde tijd kan op de eerstvolgende werkdag door zowel door de uitzendkracht als door de uitzendonderneming worden opgezegd met inachtneming van de geldende opzegtermijn. De uitzendonderneming heeft hiervoor wel toestemming nodig van UWV of dient de kantonrechter om ontbinding te vragen. De opzegtermijn is voor beiden één maand, tenzij in de overeenkomst een afwijkende opzegtermijn is opgenomen. Als er een langere opzegtermijn is afgesproken (maximaal zes maanden), dan is deze voor beiden gelijk. Als de uitzendkracht de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, eindigt de overeenkomst voor onbepaalde tijd automatisch.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 234 vragen en antwoorden over Flexibele arbeidsrelaties.