Wat houdt fase B van het fasensysteem voor uitzenden in (ABU-cao)?

Na fase A komt de uitzendkracht in fase B. Fase B begint aansluitend op de voltooiing van fase A, als de uitzendkracht blijft werken voor hetzelfde uitzendbureau of binnen 26 weken na het einde van fase A opnieuw wordt uitgezonden door dezelfde uitzendonderneming. De uitzendwerkgever is dan verplicht de uitzendkracht een contract voor bepaalde tijd aan te bieden. Voor deze bepaalde tijd geldt geen minimumduur, ook kan dit contract niet tussentijds worden verbroken. Met ingang van 1 juli 2015 kunnen er maximaal zes tijdelijke contracten worden overeengekomen gedurende een periode van vier jaar. Zit er tussen de overeenkomsten in fase B een onderbreking van minder dan dertien weken, dan telt deze onderbreking mee voor de totale duur van fase B van 4 jaar. In fase B kan het uitzendbeding niet meer opgenomen worden. Als de uitzendkracht in fase B tussen de 13 en 26 weken niet werkt voor de uitzendonderneming dan begint fase B opnieuw. Als de uitzendkracht 26 weken of meer niet werkt voor de uitzendonderneming, dan valt deze terug naar het begin van fase A.
Gedurende deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betaalt de uitzendwerkgever loon door, ook als er (onverhoopt) geen werk is. Mocht het werk bij de opdrachtgever stoppen, terwijl het contract nog loopt, dan moet het uitzendbureau passend werk zoeken. De uitzendkracht dient op zijn beurt passende arbeid te aanvaarden. Totdat dit gelukt is, heeft de uitzendkracht recht op een gedeelte van het loon. Van passende arbeid is sprake als het om een functie gaat die niet meer dan twee functiegroepen lager ligt dan de eerste functie die is hebt uitgevoerd (of de laatste functie die is verricht in het lopende contract als de functiegroep hoger is). Ook het aantal uren dat de uitzendkracht werkt in die nieuwe opdracht (per week, maand of periode) moet gelijk zijn aan het aantal overeengekomen arbeidsuren dat in het contract staat. De uitzendkracht moet overigens wel voor deze arbeidsuren beschikbaar blijven voor arbeid. Als de uitzendonderneming passend werk heeft gevonden heeft en dit aanbod redelijk is, maar de uitkracht dit weigert, dan vervalt het recht op vervangend werk én het recht op loondoorbetaling.
Indien de uitzendkracht zich ziek meldt kan de uitzendovereenkomst niet eindigen door het verstrijken van de overeengekomen duur.