Wat wordt bedoeld met het depotstelsel?

Het depotstelsel zou een nieuw systeem moeten worden dat het oude systeem van g-rekeningen zou vervangen, waardoor een werkgever zich kan vrijwaren van inlenersaansprakelijkheid.
Dit werkt als volgt: als een organisatie werknemers inleent via een (niet-gecertificeerde) uitzendbureau of andere organisatie die formeel de werkgever blijft, kan de Belastingdienst een organisatie aansprakelijk stellen voor loonheffingen en BTW als de betreffende uitlener deze niet (correct) heeft afgedragen. De indekking tegen inlenersaansprakelijkheid vindt plaats door een deel van de factuur van het uitzendbureau, detacheringsbureau of onderaannemer verplicht te laten storten op een geblokkeerde rekening (g-rekening) die de uitlener alleen voor betalingen aan de fiscus kon gebruiken. De organisatie kan dan voor dat bedrag dan niet meer aansprakelijk worden gesteld.
Dit stelsel van geblokkeerde bankrekeningen bij banken is echter verouderd en zou worden vervangen door een systeem waarbij een deel van het factuurbedrag wordt overmaakt naar de zogenoemde vrijwaringsrekening van de Belastingdienst, ten behoeve van het depot van de uitlener. Het verschil tussen het depotstelsel en het g-rekeningstelsel is dat het uitzendbureau in het nieuwe systeem een rekening (of depot) bij de Belastingdienst opent in plaats van een geblokkeerde rekening bij een bank.
Het plan was om het oude systeem van g-rekeningen met ingang van medio juli 2014 stapsgewijs te vervangen door een depot bij de Belastingdienst. Dit gaat echter niet door, zo maakte de staatssecretaris in maart 2015 bekend. In plaats daarvan is besloten de g-rekeningen te continueren en toekomstbestendig te maken. De continuering van de g-rekeningen betekent dat de huidige werkwijze omtrent vrijwaring voor het bedrijfsleven door storting op de g-rekening ongewijzigd blijft. Ook de doelgroepen blijven ongewijzigd.