Op welke pensioenaanspraak heeft de werknemer recht bij ontslag?

Zodra een werknemer niet meer in dienst is, is hij niet langer deelnemer van de pensioenregeling van uw organisatie. De werknemer heeft volgens de wet wel de mogelijkheid om vrijwillig maximaal tien jaar door te gaan met pensioen opbouwen, maar sommige pensioenreglementen sluiten deze optie uit. De pensioenuitvoerder zal niet altijd willen meewerken aan zo’n vrijwillige voortzetting.
Bij een uitkeringsovereenkomst heeft de werknemer bij ontslag recht op een premievrije tijdsevenredige aanspraak op ouderdomspensioen. Dit wordt berekend op basis van: het aantal doorgebrachte dienstjaren x opbouwpercentage per jaar x pensioengrondslag. Bij een beschikbare premieregeling heeft de gewezen deelnemer recht op het opgebouwde kapitaal bij uitdiensttreding. Dit kapitaal kan ook na uitdiensttreding nog worden belegd en het beleggingsrisico blijft in dit geval voor de gewezen deelnemer.
In de praktijk betekent het einde van het dienstverband dat de werknemer recht heeft op de pensioenaanspraken die hij tot de ontslagdatum heeft opgebouwd. Als uw organisatie een beschikbarepremieregeling heeft, heeft de werknemer bij ontslag recht op een premievrij kapitaal. Daarmee kan hij bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zelf een ouderdoms- en partnerpensioen aankopen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 284 vragen en antwoorden over Pensioenen & lijfrentes.