Hoe werkt het afspiegelingsbeginsel in de praktijk?

Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast per categorie onderling uitwisselbare functies per bedrijfsvestiging op basis van de leeftijdsopbouw binnen de betreffende categorie onderling uitwisselbare functies. De medewerkers van de categorie uitwisselbare functies worden ingedeeld in de vijf leeftijdsgroepen (van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd). Vervolgens worden de ontslagen over de leeftijdsgroepen zo verdeeld dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies voor en na de inkrimping procentueel zoveel mogelijk gelijk is. Binnen elke leeftijdsgroep wordt de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag voorgedragen.