Hoe zit het met het afspiegelingsbeginsel en AOW-gerechtigden?

Als er sprake is van ontslag om bedrijfseconomische redenen waarbij het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast, dan komen AOW-gerechtigden al snel in aanmerking voor ontslag. Voor alle niet-AOW-gerechtigden is het afspiegelingsbeginsel onverkort van kracht.
De volgorde waarin de werkgever volgens het afspiegelingsbeginsel afscheid moet nemen van werknemers is als volgt:
  1. Gedetacheerden, uitzendkrachten, zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en ingeleende werknemers van een andere bedrijfsvestiging;
  2. Werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt (inclusief payrollers);
  3. Oproepkrachten met een nulurencontract (inclusief payrollers);
  4. Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van wie het contract binnen 26 weken eindigt na de datum waarop over de ontslagaanvraag wordt beslist (inclusief payrollers);
  5. Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarvan de looptijd van het contract meer dan 26 weken is na de datum waarop over de ontslagaanvraag wordt beslist (inclusief payrollers).
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 247 vragen en antwoorden over Sociaal plan.