Wanneer mag ouderschapsverlof door de werknemer worden onderbroken of stopgezet?

Het ouderschapsverlof mag door de werknemer worden onderbroken of stopgezet bij onvoorziene omstandigheden tijdens het verlof. In de volgende gevallen kan deze het  ouderschapsverlof onderbreken of beëindigen:
  1. De gaat zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, adoptieverlof of pleegzorgverlof opnemen.
  2. Er is een situatie ontstaan die de werknemer niet heeft voorzien. Bijvoorbeeld:
  • De partner van de werknemer wordt werkloos en daardoor gaat het gezinsinkomen achteruit;
  • Er komt een plaats vrij voor het kind in de kinderopvang;
  • De werknemer heeft extra kosten, bijvoorbeeld door een verhuizing, waardoor er meer inkomen nodig is;
  • de werknemer is (langdurig) ziek geworden.
De werknemer vraagt de werkgever schriftelijk om het ouderschapsverlof te onderbreken of stop te zetten. De werkgever moet binnen 4 weken op het verzoek reageren. De werkgever mag het verzoek alleen weigeren als dit het bedrijf ernstig in de problemen brengt. Neemt de werknemer zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, adoptieverlof of pleegzorgverlof op, dan mag de werkgever het verzoek om het ouderschapsverlof te stoppen of te onderbreken niet weigeren.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 243 vragen en antwoorden over Verlofregelingen.