Hoe berekent UWV de inkomstenaftrek?

Bij inkomstenaftrek kijkt UWV naar het brutoloon dat u verdient als u weer aan het werk gaat. Is uw brutoloon lager dan 125% van uw bruto WW-uitkering? Dan trekt UWV 70% van uw inkomsten van uw uitkering af.
    
Voorbeeld
U heeft een baan gevonden. U heeft al langer dan 1 jaar WW. In de laatste week voordat u aan het werk gaat, bent u volledig werkloos. Er is dan sprake van inkomstenaftrek.
Uw WW-uitkering is € 500 per week. 125% van uw weekuitkering is € 625.
U verdient met uw nieuwe baan € 600 per week. Uw loon van € 600 is dus lager dan € 625 per week.  70% van uw loon gaat van uw WW af. In dit voorbeeld is dat  €420 (70% van € 600 loon).
Uw WW-uitkering per week is dan € 80 (€500 WW - € 420 loon). Uw totale inkomen (loon en WW) komt dan op € 680 per week.
    
Geldt inkomstenaftrek voor u? Dan krijgt u vanaf het moment dat u weer gaat werken uw uitkering als voorschot. Voor de juiste uitbetaling van uw uitkering heeft UWV namelijk niet uw brutoloon maar uw SV-loon (of premieloon) nodig. Uw SV-loon is het bedrag dat wordt gebruikt voor het berekenen van de premies werknemersverzekeringen. Het is meestal nog niet bekend op het moment dat u aan het werk gaat.
Als uw SV-loon bekend is, wordt uw uitkering opnieuw berekend. Dit is uiterlijk 14 maanden nadat u aan het werk bent gegaan. Op dat moment kan uw uitkering pas ‘definitief’ worden vastgesteld. In de tussentijd gaat UWV voor de betaling van uw WW uit van uw brutoloon.
De hoogte van het SV-loon kan afwijken van uw brutoloon. Als dit zo is, zal er een correctie plaatsvinden. Hierdoor krijgt u misschien een nabetaling van uw uitkering. Of u moet een deel terugbetalen. UWV probeert te voorkomen dat u een bedrag moet terugbetalen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 236 vragen en antwoorden over Werkloosheidswet.