Wat zijn de gevolgen van de regeling van de exploitatieovereenkomsten in de Wet auteurscontractenrecht?

In het algemeen versterkt de regeling de onderhandelingspositie van auteurs zoals schrijvers, musici, en programmeurs, met name in situaties waarin er exclusieve licenties worden verstrekt. De regeling is alleen van toepassing op de auteur die niet in loondienst is (en geldt dus ook voor freelancers). Dit heeft gevolgen voor de IT-inkooppraktijk, zowel indien er Europees wordt aanbesteed als ook indien onderhands gegund wordt (zoals in de private sector gewoon is). In beide gevallen worden veelal auteursrechten op maatwerksoftware overgedragen aan de afnemende partij, of wordt aan deze partij een (exclusieve) licentie verleend. Daarbij zijn vaak freelance programmeurs betrokken. Afnemers van maatwerksoftware exploiteren deze vaak uitsluitend voor zichzelf. Daarmee komen zij onder het toepassingsbereik van de zogenoemde non-ususregeling: auteursrechthebbenden zouden ontbinding van een licentieovereenkomst kunnen vorderen indien de afnemer 'de overeenkomst in onvoldoende mate exploiteert'. Hetzelfde probleem doet zich voor bij bijvoorbeeld SaaS-leveranciers die in de praktijk geen software-uitgevers zijn zoals de traditionele softwarehuizen, maar dienstverleners die functionaliteit op afstand aanbieden. Ook zij hebben vaak software in huis die door freelance programmeurs is geschreven en waarvan de auteursrechten overgedragen of in licentie gegeven zijn. De bewijslast aan de kant van de verkrijgende partij ontstaan.
Verder zijn er mogelijke gevolgen voor de inzet van freelancers voor het bouwen van software die vooral in Nederland geëxploiteerd zal worden, vanuit landen met een veel lager beloningsniveau dan het Nederlandse. Hun vergoeding zal veel sneller onevenredig zijn aan de waarde bij de exploitatie in Nederland, daarom kunnen zij mogelijk sneller een beroep doen op de bestsellerregeling. Daarnaast kunnen zij in theorie aanspraak gaan maken op een minimumbeloning die naar Nederlandse maatstaven vastgesteld zal gaan worden. Dit is vooral een probleem voor de toekomst, deze bepaling heeft namelijk geen terugwerkende kracht.