Hoeveel tijd mag er zitten tussen de opeenvolgende kalibraties van een meetmiddel?

Ervan uitgaande dat kalibratie kostbaar is en de uitvoering van het werk kan belemmeren, zal de kalibratietermijn zo lang mogelijk gehouden worden zonder onaanvaardbaar risico dat op grond van de laatste kalibratie afgegeven meetresultaten buiten een geclaimd onzekerheidsinterval komen te liggen. Factoren bij het bepalen van herkalibratietermijnen zijn:

• de intrinsieke stabiliteit van de gekalibreerde functie
• de omgevingsinvloed op het meetmiddel (verdampen, uitzetten, etc.)
• de gebruiksintensiteit (slijtage).

Voor meetmiddelen die in een bepaald meetlaboratorium in grote aantallen worden gekalibreerd, kunnen herkalibratietermijnen statistisch worden bepaald. De gesignaleerde uitval bepaalt verkorting of verlenging van de kalibratietermijn. In het algemeen is het nodig ook voor goed stabiele meetmiddelen herkalibratietermijnen vast te stellen. een goede vuistregel is hierbij zelden langere termijnen dan vijf jaar vast te stellen. Nieuwe meetmiddelen worden met wat kortere herkalibratietermijnen behandeld, die verlengd kunnen worden wanneer de bekende meethistorie daartoe aanleiding geeft.