Wanneer is sprake van een onroerende zaak?

Onroerend zijn: (i) de grond, (ii) de delfstoffen in de grond, (iii) beplanting, voorzover verenigd met de grond, (iv) gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Een voorbeeld van duurzaam verenigde werken zijn windmolens, omdat ze blijkens hun aard en inrichting bestemd zijn duurzaam ter plaatse te blijven, ook al zijn ze geheel te demonteren. Waar het om gaat is of bepaalde zaken duurzaam met de grond verbonden zijn. De basis voor het onroerende karakter is steeds de grond. Wat daar geologisch, organisch of door duurzame vereniging mee is verbonden is tevens onroerend. Door het verbreken van de band kan men roerende zaken krijgen: gewassen, vruchten, omgehakte bomen, weggehaalde lantaarnpaal, etc.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 179 vragen en antwoorden over Vastgoed: Koop & Eigendom.