Hoe zit het met aansprakelijkheid bij faillissement?

Op grond van de wet is  iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement indien a) het bestuur zijn taken kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld én b) aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De wettelijke bepalingen hieromtrent zijn voor de B.V. te vinden in artikel 2:248 BW, en voor de N.V. in artikel 2:138 BW (beide artikelen zijn vrijwel gelijkluidend).
De curator onderzoekt wat er in de jaren voorafgaand aan het faillissement is voorgevallen binnen een vennootschap, en kan op basis van die gegevens tot de conclusie komen dat sprake is van aansprakelijkheid van één of meer bestuurders.