Wanneer is men aansprakelijk volgens de Wet Faillissementsaansprakelijkheid?

Als het bestuur niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit de artikelen 10 en 394 BW:2 (boekhoud- en deponeringsplicht), heeft het zijn taak onbehoorlijk vervuld en wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement (art. 248 lid 2 BW:2).
Niet aansprakelijk is de bestuurder die bewijst dat de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden (art. 248 lid 3 BW:2).
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 163 vragen en antwoorden over Rechtsvormen.