Wanneer is een bestuurder aansprakelijk bij een faillissement van de stichting?

In geval van een faillissement kan de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld ingeval van onbehoorlijk bestuur, gedurende de drie jaren voorafgaande aan het faillissement. Met een bestuurder wordt gelijkgesteld degene die het beleid van de stichting (mede) heeft bepaald. Onder de term onbehoorlijk bestuur vat men samen de verplichtingen van het bestuur als gevolg van de artikelen 10 en 394 BW:2, de boekhoud- en deponeringsplicht. De boekhoudplicht geldt wel, de deponeringsplicht geldt alleen in geval de stichting een onderneming voert. In art. 149 BW:2 wordt aangegeven aan dat het bepaalde bij de artikelen 8, 131 en 138 BW:2 ook geldt voor de taakvervulling door de raad van commissarissen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 163 vragen en antwoorden over Rechtsvormen.