Hoe wordt het bijtellingspercentage voor privé-gebruik van de auto bepaald?

Daarvoor zijn bepalend:

1. De datum waarop het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld (hierna: datum 1e tenaamstelling), is bepalend voor de hoogte van de bijtelling privé-gebruik auto. Dit is de datum waarop het voertuig (waar ook ter wereld) voor het eerst is geregistreerd;
2. Type brandstof;
3. Hoeveelheid CO²-uitstoot;
4. Leeftijd van de auto.

Per loontijdvak moet een tijdsevenredig deel van de bijtelling privé-gebruik auto bij het loon van de werknemer worden bijgeteld. Als in de loop van het aangiftetijdvak een (andere) auto ter beschikking wordt gesteld moet voor dat tijdvak worden uitgegaan van het werkelijke aantal kalenderdagen waarop de auto ter beschikking is gesteld. Als de waarde van het privé-gebruik meer is dan 25% (of 35% voor een auto van 15 jaar en ouder), wordt dat als excessief gebruik gekwalificeerd en moet van de hogere waarde worden uitgegaan.