Hoe is de toetsing van het gebruikelijksheidscriterium in relatie tot een grote bonus ingericht?

Om te voorkomen dat ondernemingen grote bonussen in de vrije ruimte onderbrengen is per 2016 een nieuwe bepaling in de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen. Enkel vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers als eindheffingsbestanddeel mogen worden aangewezen als het onderbrengen in de Wkr hiervan gebruikelijk is. Dat betekent dat, naast het criterium dat de omvang van de vergoeding of verstrekking gebruikelijk moet zijn, ook wordt getoetst op de volgende criteria:
  • Wat is de aard van de vergoeding of verstrekking?
  • Wat is de omvang of waarde van de vergoeding of verstrekking?
  • Hoe werd de vergoeding of verstrekking vóór de Wkr in de organisatie behandeld?
  • Krijgen collega’s de vergoeding of verstrekking ook?
  • Krijgen vergelijkbare werknemers bij een andere onderneming de vergoeding of verstrekking ook?
Een keuze tussen de 80% eindheffing van de Wkr (onderbrenging in vrije ruimte) of het bruteren van een bonus, de zogenoemde zogenoemde tariefarbitrage, is hiermee niet meer toegestaan.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 98 vragen en antwoorden over Special Werkkostenregeling.