Wat wordt bedoeld met de gebruikelijkheidstoets?

Het uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat het fiscaal gezien geen verschil maakt welke vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte vallen. Het maakt dus in principe niet uit of werknemers bijvoorbeeld met kerst een kerstpakket ontvangen, een waardebon of een bedrag in contanten. Loonbestanddelen die in de vrije ruimte zijn ondergebracht, mogen niet echter ongebruikelijk zijn. Als er bijvoorbeeld naar oordeel van de belastinginspecteur een onevenredig groot bedrag in de vrije ruimte is ondergebracht of aan één werknemer wordt verstrekt, dan kan dat als ongebruikelijk worden gezien. De gebruikelijkheidstoets moet tegengaan dat buitensporige vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte terechtkomen.
De gebruikelijkheidstoets houdt in dat de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die u aanwijst als eindheffingsloon (bijvoorbeeld door ze in uw administratie op te nemen als eindheffingsloon), niet meer dan 30% mogen afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.

Voorbeeld: u geeft enkele werknemers ieder jaar een belaste bonus van € 6.000. Netto krijgen deze werknemers dan elk ongeveer € 3.000. Dit jaar geeft u dezelfde werknemers dezelfde bonus, maar dan onbelast. Uw werknemers krijgen dan netto € 6.000. U mag de bonus dus niet aanwijzen als eindheffingsloon, omdat dit ongebruikelijk is.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 98 vragen en antwoorden over Special Werkkostenregeling.