Wanneer moet ik een komma gebuiken?

Hiervoor gelden de volgende vuistregels:

• plaats een komma daar waar u bij gewoon spreken of lezen een pauze hoort of voelt;
• laat de komma weg als u twijfelt of er op een bepaalde plaats een komma moet staan.

Plaats wel een komma op de grens van langere hoofdzinnen en bijzinnen ('Pas toen de trein helemaal uit het zicht verdwenen was, verlieten we het perron.') en bij opsommingen. Plaats geen komma als twee zinnen zijn gescheiden door 'en' en als een samengestelde zin nogal kort is ("Hij beweert dat hij aandeelhouder is'). Voor 'dat' en voor 'om'  is een komma ongebruikelijk ('Ze hebben besloten om te gaan emigreren'). Voor 'en' mag een komma staan als er bij het uitspreken even een pauze wordt ingevoegd. Dat komt vooral bij lange zinnen voor.