Ruggegraat of ruggengraat; de tussen -n

Volgens het Groene boekje is het 'ruggengraat' (volgens het Witte boekje mag 'ruggegraat' ook). Er moet worden uitgegaan van het meervoud in het eerste deel van het samengestelde woord: -en is juist als het eerste woord in de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft. Het meervoud van rug is ruggen, daarom is het dus 'ruggengraat'.
De regel geldt niet voor:
  • Koninginnedag;
  • Woorden met zon en maan in het eerste deel, zoals zonnebril en maneschijn;
  • Bijvoeglijke naamwoorden waarin het eerste deel geen letterlijke betekenis meer heeft. maar alleen versterkend werkt, zoals beregoed, boordevol, pikkedonker, en reuzeleuk
  • Woorden waarvan het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is, zoals spinnewiel en platteland;
  • Woorden waarvan het eerst deel al op -en eindigt, zoals keukendeur;
  • Als de samentelling niet letterlijk meer is of niet meer als samenstelling herkenbaar is: bruidegom, elleboog, kattebelletje, wielewaal;
  • Woorden die eindigen op -lijk, - ling, -loos, zoals landelijk, ellendeling, grenzeloos, hopeloos.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 69 vragen en antwoorden over Taal- en schrijftips.