Wanneer een hoofdletter?

In het algemeen begint elke zin standaard met een hoofdletter, behalve als de zin begint met een cijfer of een symbool. De hoofdletter verschuift naar het volgende woord als de zin met een apostrof begint: 's Avonds gingen zij... of 't Is toch net te geloven.
Verder worden met een hoofdletter aangeduid:
  • Tijdperken, maar alleen als deze een afgebakende periode in de geschiedenis vormen: de Gouden Eeuw, de Verlichting (maar: middeleeuwen);
  • Historische gebeurtenissen: de Oorlogswinter, de Boerenoorlog, de Vrede van Munster. Woorden die op meerdere gebeurtenissen zijn van toepassing zijn worden echter met een kleine letter geschreven: burgeroorlog, maanlanding, kruistochten. Dit geldt ook voor stromingen: lubberiaans.;
  • Officiële feestdagen: Kerstmis, Sinterklaas, maar niet als het periode beschrijft: advent, carnaval, ramadan;
  • Eigennamen (behalve tussenvoegsels: Linda van Vliet, maar wel: burgemeester Van Vliet), bijnamen: de Kromme, en zaken die als namen worden voorgesteld: Koning Voetbal;
  • Aardrijkskundige aanduidingen: Edammer kaas, Duitstalig. Dit geldt ook voor daaraan gerelateerde aanduidingen: Nederlander, Belg, Twents, oer-Hollands, New Yorker, Vlaamse reus. Maar als de aardrijkskundige naam of afleiding niet meer naar een plaats verwijst, dan verdwijnt de hoofdletter: alpenroos, bourgondiër, haarlemmerolie, rijnaak;
  • Volken en etnische afkomst. Alleen in een puur religieuze betekenis krijgen deze woorden een kleine letter: jood(s);
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 69 vragen en antwoorden over Taal- en schrijftips.