Hun of hen?

De algemene regel is:
  • hun als het een meewerkend voorwerp is ('we geven hun het boek');
  • hen na een voorzetsel ('hoe gaat het met hen') en als lijdend voorwerp ('ik bekijk hen').
In niet al te formele teksten is ze goed bruikbaar als alternatief voor hun en hen ('laat ze maar praten'). Hen en hun kunnen alleen gebruikt worden als er naar personen wordt verwezen; als het om voorwerpen, zaken en dergelijke gaat, is doorgaans alleen ze mogelijk. Dus: 'Ik haal de boeken op en geef ze aan jou'. In spreektaal is het onderscheid aan het verdwijnen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 69 vragen en antwoorden over Taal- en schrijftips.